Velours wordt op een speciale weefmachine gemaakt, waarbij twee lagen stof tegelijk verwerkt en daarna doorgesneden worden. Na het doorsnijden blijft per laag één zijde over met de achterkant, de andere zijde waar het poolweefsel doorgesneden wordt is de velours zijde en de goede kant van de stof. Hieronder een plaatje van één van de meest gebruikte methodes voor het maken van velours.
Door deze productiemethode kent velours een “vleug”. Vleug is de richting van de polen. Het resultaat van een bewerking in het atelier is anders afhankelijk van of er met de vleug mee of tegen de vleug in genaaid wordt. Met de vleug mee gaat soepel, maar tegen de vleug in zorgt voor weerstand. Een pool kan bijvoorbeeld plat gedrukt worden of de naainaald kan incidenteel een pool eruit trekken. Ook bij het weven van de velours en de vervolgstappen daarna kunnen polen uitvallen, de zogenaamde “pinholes”. Dat is inherent aan de eigenschappen en verwerking van velours. De mate waarin problemen zich voordoen is afhankelijk van veel factoren, zoals de hardheid van de stof, de dichtheid van de pool, maar bijvoorbeeld ook het type textielverf.
Verschil zijzomen
Een ander opvallend detail is dat de linker zijzoom vaak verschilt van de rechter. De oorzaak hiervan ligt bij de naaimachine, die is namelijk zo gemaakt dat het te verwerken materiaal links van de machine ligt. En zodoende wordt de linker zijzoom van boven naar beneden genaaid en de rechter zijzoom van beneden naar boven. Bij velours wordt er dus aan één zijde tegen de vleug in genaaid en dit geeft een afwijkend beeld, iets wat wel vaak na verloop van tijd hersteld.
Stomen
Velours is vaak bijzonder goed te stomen. Verzeker jezelf altijd dat de stof geschikt is voor stomen, eventueel in overleg. Maar als je die zekerheid hebt, zal stomen de sporen van de verwerking grotendeels verhelpen.